Angelique


Angelique en Philippe du Plessis-Bellière

Een middag ongeveer twee weken later. Tatjana was
niet thuis. Op haar kamer waren: Marfa, Aljosja, Pavel
en Ivan. Marfa lag op het matras in een Angelique-
omnibus te lezen. Ivan was op papier een nieuwe
kamerinrichting aan het ontwerpen. Pavel was dronken.
Hij was met zijn team zaalvoetbalkampioen geworden.
Hij had nog wat gezongen ... kampioen ... kampioenen
... kampioentje
... nog een plant uit de pot gerukt ...
en was toen in slaap gevallen. Waarom zaten zij daar?
Ze wachtten tot Tatjana terug kwam uit T. want
Tatjana's jas was terug gevonden. Een telefoontje
van de politie uit het garnizoensstadje T.: Tatjana
Petrowitsj Golowjow? Ja ...? Er bevindt zich een
bontmantel op ons bureau, die we hebben kunnen
traceren middels een bibliotheekabonnement in een
van de zakken, zodoende ... Ondanks haar aversie tegen
treinreizen ... weet je, bijvoorbeeld dat overstappen
en zo ... was ze toch met de trein naar T. gereisd.
Niet dat je van P. naar T. moest overstappen ... maar
toch. Ivan probeerde de plant opnieuw in de pot te
zetten en Aljosja ging wat met de kruimelzuiger over
de rieten tegelmat. Tamelijk vergeefs. Marfa verzuchtte:
Philippe is dood ... zuchtte nogmaals, en las toen weer
verder. Onder de deur door rook je de preilucht van de
erwtensoep en alvast aten ze wat leverworst bij het bier.